Op 12 juni 2014 stuurde minister Blok (Wonen en Rijksdienst) een brief aan de Tweede Kamer over het verbeteren van het functioneren van VvE’s.
In deze brief wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over een aantal uiteenlopende onderwerpen. Besproken wordt o.a. de problematiek van kleine en ‘slapende’ VvE’s en mogelijkheden voor hen om samen te werken bij bijvoorbeeld onderhoudskwesties. Daarnaast is er aandacht in de brief voor onderwerpen als “Financiering van onderhoud”, “Verduurzaming”, “NHG in relatie tot het functioneren van een VvE”, “Uniformering van de Modelreglementen en enkele andere juridische aspecten. De gehele brief is hier na te lezen.
Een punt valt met name op en dat is dat de minister van plan is om een minimumvulling van het reservefonds verplicht te stellen. In de wet staat nu weliswaar de verplichting om een reservefonds aan te houden, maar niet om dat met een bepaald bedrag te vullen. Dit terwijl de gedachten achter de vorming van het reservefonds (en dus ook de wettelijke bepaling) is dat er gespaard wordt voor (veelal) hoge kosten van bijvoorbeeld vernieuwing van het dak van het gebouw. De wet spreekt hier van een onderhoudsreserve ”ter bestrijding van andere dan de gewone jaarlijkse kosten”. In het Modelreglement van 2006 (artikel 10) wordt wel een koppeling gemaakt tussen de hoogte van het reservefonds en de uitvoering van een door VvE vastgesteld meerjarenonderhoudsplan (MJOP), maar een wettelijke verplichting ontbreekt vooralsnog. Een voldoende gevuld reservefonds voorkomt dat eigenaren in een VvE geconfronteerd worden met eenmalige bijdragen voor groot onderhoud en het risico dat eigenaren niet kunnen betalen.
De minister overweegt bij de vaststelling van de hoogte van het reservefonds uit te gaan van de herbouwwaarde van het gebouw in combinatie met een mogelijkheid om met een MJOP hiervan gemotiveerd af te wijken. De minister is van plan om uiterlijk in 2015 voorstellen die wet- en regelgeving aangaan aan de Tweede Kamer voor te leggen. Uiteraard houden wij u daarvan nauwgezet op de hoogte.
Heeft u vragen? Neem dan contact op met mr. Marnix Nijenhof