In juni van dit jaar heeft de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening een uitspraak gedaan in een kwestie waarin de opstalverzekering niet via de hoofd-VvE was afgesloten, maar alleen op naam van en ten behoeve van een onder-VvE. Hierdoor was een deel van het complex niet verzekerd. Het complex bestaat uit vijf woningen (ondersplitsing) en twee winkelpanden. De opstalverzekering heeft altijd op naam van de hoofd-VvE gestaan, totdat dit op enig moment op verzoek van het bestuur van de onder-VvE is gewijzigd. Dit bestuur verkeerde in de veronderstelling dat de eigenaren van de woningen afzonderlijk van de winkels een opstalverzekering konden hebben. In 2013 deed zich een ernstige brandschade voor aan het appartementencomplex. Toen bleek dat sprake was van een onderverzekering, omdat de verzekering niet via de hoofd-VvE maar via de onder-VvE was afgesloten. De onder-VvE dient uiteindelijk een deel van de schade aan de eigenaren van de winkelpanden te vergoeden, maar meent dat de assurantietussenpersoon verantwoordelijk is voor de schade die de onder-VvE daardoor lijdt. De assurantietussenpersoon had de onder-VvE moeten waarschuwen voor het feit dat de verzekering via de hoofd-VvE dient te lopen.
De Geschillencommissie heeft moeten oordelen of de assurantietussenpersoon als deskundig adviseur bij de uitvoering van zijn (advies)werkzaamheden heeft gehandeld overeenkomstig hetgeen van een bekwaam en redelijk handelend adviseur mag worden verwacht. Van belang daarbij is dat hij beschikt over de nodige deskundigheid en vakkennis en dat hij de zorgvuldigheid betracht in de advisering van de verzekeringsnemer. De inhoud van de zorgplicht houdt in dit concrete geval in dat de assurantietussenpersoon bij het aangaan van de opstalverzekering nader onderzoek had moeten verrichten naar de feitelijke en juridische aspecten. Zo had hij bijvoorbeeld de splitsingsakte moeten opvragen van de hoofd-VvE zodat hij zou hebben geweten dat de verzekeringsplicht voor het gehele gebouw rust bij de hoofd-VvE. Onder meer omdat de assurantietussenpersoon dit niet heeft gedaan, heeft hij zijn werkzaamheden niet zorgvuldig uitgevoerd. Daarom is hij in beginsel aansprakelijk voor de schade die de onder-VvE heeft geleden.
Eigen schuld:
De geschillencommissie oordeelt ook dat er een correctie op de omvang van de schade moet worden toegepast vanwege een deel eigen schuld bij de onder-VvE. Immers, de onder-VvE was ook niet goed op de hoogte van de situatie rondom de hoofd-VvE en onder-VvE, waardoor zij mede schuld heeft aan het ontstaan van de onderverzekering. De commissie vindt de onder-VvE voor 1/3 deel mede schuldig aan het ontstaan van de schade door onderverzekering.
Conclusie:
In geval van hoofd- en ondersplitsingen rust de verzekeringsplicht voor de opstalverzekering vrijwel altijd op de hoofd-VvE. Uit deze uitspraak blijkt maar weer eens dat het erg belangrijk is de splitsingsakte te controleren om te zien welke VvE verantwoordelijk is voor het aangaan van de opstalverzekering.
Voor vragen over dit onderwerp kunt u contact opnemen met mr. Esther van Riet of mr. Ali El Fathi