Indien in de akte van splitsing geen beperkingen zijn opgenomen is kamergewijze verhuur van een appartement in beginsel toegestaan. Dit blijkt uit de jurisprudentie. Het komt echter regelmatig voor dat in het splitsingsreglement beperkingen met betrekking tot kamerverhuur zijn opgenomen.
Het Hof Amsterdam oordeelde recent in twee zaken over de volgende nagenoeg identieke bepalingen:
“Voorts is het niet toegestaan de privé gedeelten te exploiteren als pension- of kamerverhuurbedrijf.”
“Geen van de privégedeelten mag worden gebruikt als pension- of kamer verhuurbedrijf,(..)
Aldus het Hof ligt de nadruk niet op de kamerverhuur als zodanig, maar op de vraag of al dan niet sprake is van bedrijfsmatige exploitatie. Is dat laatste het geval dan is kamerverhuur verboden. Dit was volgens het Hof het geval bij een bedrijf dat een appartement, in feite kamergewijs, verhuurde aan een woongroep bestaande uit een viertal studenten.
Is de kamerverhuur niet bedrijfsmatig dan is kamerverhuur ondanks het hiervoor geciteerde verbod wel toegestaan. Volgens hetzelfde Hof was in een concreet geval van (kamer)verhuur door een eigenaar aan zijn zoon en drie studievrienden, voor zolang de studie van de zoon zou voortduren, in de gegeven omstandigheden geen sprake van bedrijfsmatige exploitatie.
Of kamergewijze verhuur wel of niet is toegestaan met een bepaling als hiervoor aangehaald, hangt dus sterk af van de vraag of de kamerverhuur als bedrijfsmatig moet worden beschouwd. Dit is afhankelijk van alle feiten en omstandigheden van het geval.
Discussie over de uitleg van een kamerverhuurverbod kan worden voorkomen door in de akte van splitsing een duidelijk(er) algeheel kamerverhuurverbod op te nemen. Rijssenbeek Advocaten is u bij advies hierover graag van dienst.
Voor vragen neem contact op met Radboud Peutz of Anne Vermeulen-Jonkers.