Arrest Gerechtshof Arnhem 19 oktober 2010
Feiten:
In de kwestie waarover het Gerechtshof Arnhem zich onlangs heeft uitgelaten, ging het om het navolgende. Bij aankoop van een bungalow op een recreatiepark is in de leveringsakte de verplichting opgenomen lid te worden van een Vereniging. Deze Vereniging is eigenaar van onder meer de infrastructuur op het park, waarvan alle eigenaren van de bungalows gebruik maken. De Vereniging regelt het onderhoud en beheer van onder meer de infrastructuur.
Een eigenaar van een bungalow op dit recreatiepark had op enig moment zijn lidmaatschap van de Vereniging opgezegd. Deze betreffende eigenaar was het niet eens met het door de Vereniging gevoerde beleid ten aanzien van de infrastructuur en wilde niet meer bijdragen in de kosten die daarvoor in rekening werden gebracht. Op enig moment heeft hij daarom zijn lidmaatschap van de Vereniging opgezegd en vanaf dat moment is hij opgehouden met het betalen van de door de Vereniging vastgestelde (voorschot)bijdragen. Deze eigenaar gaf aan dat de juridische grondslag voor de bijdragen gelegen is in zijn lidmaatschap van de Vereniging en dat die grondslag niet meer aanwezig is vanwege opzegging van zijn lidmaatschap. De bijdragen die de eigenaren dienen te betalen worden telkens door de Vereniging vastgesteld aan de hand van een jaarlijkse begroting en jaarrekening.
Oordeel Gerechtshof:
Het Gerechtshof oordeelde dat de betreffende eigenaar inderdaad gerechtigd is zijn lidmaatschap van de Vereniging op te zeggen. De kavels op het park zijn niet in appartementsrechten gesplitst, zodat geen sprake is van een verplicht lidmaatschap van een Vereniging van Eigenaars. Het Gerechtshof oordeelde vervolgens echter dat de opzegging van het lidmaatschap niet tot gevolg kan hebben dat deze eigenaar niet meer behoeft bij te dragen in de kosten voor onderhoud van onder meer de infrastructuur. Het Gerechtshof meent dat de betreffende eigenaar profiteert van het onderhoud en het beheer van het bungalowpark. Zijn kavel maakt deel uit van een groter geheel en de waarde van zijn kavel wordt mede daardoor bepaald. Doordat de eigenaar profiteert van het door de Vereniging verrichte onderhoud en beheer, waarvan de lasten ten koste van de Vereniging komen, wordt deze eigenaar ‘verrijkt’ terwijl de Vereniging daardoor wordt ‘verarmt’. Vanwege deze ‘ongerechtvaardigde verrijking’ van de eigenaar is het Gerechtshof tot het oordeel gekomen dat die eigenaar verplicht is bij te dragen in de kosten van onderhoud en beheer van de infrastructuur. Dit, ook al heeft de eigenaar zijn lidmaatschap van de Vereniging opgezegd.
Consequentie(s) uitspraak:
Een goede (juridische) regeling van het beheer van de infrastructuur van recreatieparken bezorgt de juridische wereld al jaren hoofdbrekens. Via een splitsing in appartementsrechten kan worden bereikt dat de eigenaren van de kavels en bungalows in ieder geval van rechtswege lid zijn van een Vereniging van Eigenaars, welke Vereniging zorg dient te dragen voor het beheer van de gemeenschappelijke wegen etc. Het appartementsrecht kent in de wet, de splitsingsakte en het reglement vele waarborgen voor de betalingsverplichting voor eigenaren van bijdragen voor onderhoud van gemeenschappelijke zaken en delen, zodat onderhoud op die wijze is gegarandeerd. Het komt echter sporadisch voor dat een recreatiepark gesplitst is in appartementsrechten. Indien dat niet het geval is, dient dus een andere juridische constructie te worden gebruikt voor het beheren en onderhouden van onder meer de wegen waarvan alle bungaloweigenaren gebruik maken. Veelal wordt ervoor gekozen om voor dat doel een ‘gewone’ Vereniging op te richten. Bij aankoop van een bungalow wordt dan in de leveringsakte de verplichting opgenomen lid te worden van die Vereniging. Middels deze Vereniging wordt de omslag van de door de Vereniging gemaakte kosten voor beheer en onderhoud geregeld via de bijdrageverplichting van de leden van de Vereniging (de eigenaren van de bungalows). Het lidmaatschap van een appartementsrechtelijke Vereniging kan niet worden opgezegd en eindigt eerst bij verkoop van het appartement. Dat is zo in de wet geregeld. Het lidmaatschap van een ‘gewone’ Vereniging kan echter wel worden opgezegd. En daardoor kunnen recreatieparken met aanzienlijke problemen worden geconfronteerd. Het lidmaatschap van de Vereniging is immers de juridische grondslag voor de betalingsverplichting van de bijdragen die de Vereniging vaststelt ter zake van het onderhoud en beheer van de infrastructuur. Als die juridische grondslag wegvalt, kan betaling van de bijdragen dus niet worden afgedwongen en zal de Vereniging niet over voldoende financiële middelen beschikken om zorg te dragen voor het beheer en onderhoud van de infrastructuur.
Het Gerechtshof Arnhem heeft aan deze problematiek nu een eind gemaakt. Indien een eigenaar van een bungalow op een recreatiepark zijn lidmaatschap opzegt van een ‘gewone’ Vereniging, welke Vereniging zorg draagt voor het beheer en onderhoud van onder meer de infrastructuur op het park, dan is hij toch nog verplicht bij te dragen in de kosten die de Vereniging moet maken ten behoeve van dat beheer en onderhoud van de infrastructuur. Zodoende zal de Vereniging in ieder geval over voldoende financiële middelen beschikken om zorg te dragen voor het onderhoud en beheer van de infrastructuur en eventueel andere gemeenschappelijke delen van het park. Met een beroep op de juridische rechtsfiguur van de ongerechtvaardigde verrijking kunnen eigenaren van een bungalow die hun lidmaatschap van de Vereniging hebben opgezegd, alsnog tot betaling van de bijdragen in het beheer en onderhoud van de gemeenschappelijke infrastructuur worden gedwongen. Een grote stap voorwaarts voor de recreatieparken!
Voor nadere informatie over dit onderwerp: mr. E. van Riet.