Een VvE die het beheer voert over een voormalig kerk waarin appartementen zijn gerealiseerd, besluit tot wijziging van de akte van splitsing. Een eigenaar die tegen het besluit stemde, vordert vernietiging bij de rechtbank op grond van artikel 5:140b BW. Dit artikel bepaalt dat een besluit tot aktewijziging door de rechtbank moet worden vernietigd wanneer een tegenstemmende eigenaar dit vordert. De vordering van de eigenaar kan volgens de wet (lid 3) alleen worden afgewezen indien de eigenaar geen schade lijdt óf schadeloos is gesteld.
De eigenaar stelde onder andere schade te lijden door de vergroting van (het privégedeelte van) verschillende appartementsrechten ten koste van gemeenschappelijke gedeelten. Dit omdat deze vergroting tot gevolg zou hebben dat de kosten voor de gezamenlijke eigenaars -en de VvE- daardoor zouden stijgen zoals het warmwaterverbruik en onderhoudskosten door het intensievere gebruik.
De rechtbank wees in eerste instantie de vordering van de eigenaar af. Dit omdat niet vast zou zijn komen te staan dat hij schade zou lijden. De eigenaar is tegen dit vonnis in beroep gegaan. Het hof Arnhem-Leeuwarden oordeelde daarentegen dat de VvE onvoldoende heeft onderbouwd dat de eigenaar door de voorgenomen aktewijziging géén schade lijdt en vernietigt het vonnis van de rechtbank. Hiermee zet het hof de lijn door dat de bewijslast dat geen schade wordt geleden bij de VvE rust en niet bij de eigenaar. Daarnaast oordeelt het hof dat het besluit in strijd is met de redelijkheid en billijkheid.
Van belang is dus dat de VvE bij een besluit tot wijziging van de akte en de afweging van de belangen rekening houdt met de schade die eigenaars door de wijziging kunnen lijden.
Vragen? Neem contact op met Radboud Peutz of Anne Vermeulen-Jonkers.