Esther van Riet, 22 januari 2011

Verzekeringsperikelen deel 2

Inleiding

In het vorige artikel betreffende de verzekeringsperikelen is uiteengezet wie verantwoordelijk kan worden gehouden voor de schade zoals genoemd in de waterschadecasus en welke verplichtingen de verzekeringnemer en de tot uitkering gerechtigde ten opzichte van de verzekeraar hebben. In dit artikel zal nader worden ingegaan op de berekening van de te vergoeden schade en zal een recent arrest van de Hoge Raad worden besproken waaruit blijkt dat een benadeelde medebezitter zelf dat deel van de schade draagt dat overeenkomt met zijn aandeel in de schade. Daarnaast zal kort worden ingegaan op de problematiek van samenloop van verzekeringen.

Berekening van de te vergoeden schade

Conform de wet is een gebouw verzekerd naar herbouwwaarde en zijn andere zaken naar hun vervangingswaarde verzekerd. Vervangingswaarde is het bedrag dat nodig is voor het verkrijgen van een naar soort, hoeveelheid, kwaliteit, staat en ouderdom gelijkwaardige zaak. In de verzekeringsovereenkomst kan zijn opgenomen dat tegen een andere waarde is verzekerd, zoals de nieuwwaarde of dagwaarde. Deze waarden komen vaak voor bij inboedelverzekeringen, waarbij aan de verzekering tegen nieuwwaarde wel de nodige beperkingen worden gesteld. Als er sprake is van een verzekering tegen dagwaarde, wordt hiermee bedoeld de nieuwwaarde onder aftrek van een percentage in verband met de waardevermindering als gevolg van slijtage en ouderdom. Verzekeraars hanteren vaak standaardlijsten waarop is aangegeven welk afschrijvingspercentage voor bepaalde goederen wordt gehanteerd.

Naast de daadwerkelijke schade die wordt uitgekeerd conform de overeengekomen waarde en de bereddeningskosten, moet de verzekeraar de redelijke kosten tot vaststelling van de schade vergoeden. De verzekeraar moet deze expertisekosten vergoeden, ook als hierdoor de verzekerde som wordt overschreden. In tegenstelling tot de bereddeningskosten worden de expertisekosten niet verminderd in geval van onderverzekering.

Zoals reeds eerder gemeld; ter voorkoming van een discussie met de verzekeraar over de expertisekosten is het te allen tijde aan te raden inschakeling van een deskundige over te laten aan de verzekeraar. Recht op expertise is ook vaak in de polisvoorwaarden geregeld, net als het recht op een contra-expertise. Mocht onduidelijk zijn wat de oorzaak van de schade is of indien de schadehoogte daartoe aanleiding geeft, dring dan altijd aan op een expertiseonderzoek!

Hoge Raad

In een arrest van de Hoge Raad van 8 oktober 2010 kwam onder meer de vraag aan de orde of het redelijk is dat een verzekeraar de schade die hij op grond van de opstalverzekering moet uitkeren vermindert met het aandeel dat de benadeelde medebezitter heeft in de opstal.

In deel 1 van dit artikel gaf ik al aan dat de gezamenlijke eigenaars van het gebouw kunnen worden aangesproken voor de schade die een eigenaar lijdt wegens een gebrek aan de opstal. Dit, omdat de eigenaars bezitters zijn van het gebouw. De juridische grondslag voor deze aansprakelijkheid is onder meer te vinden in artikel 6:174 BW. Op grond van dit artikel zijn de (mede)bezitters in onderlinge verhouding aansprakelijk naar rato van ieders aandeel in de opstal. In het geval van 100 appartementseigenaren (met gelijke aandelen) zal ieder van hen 1% van de schade hebben te dragen. Deze 100 appartementseigenaren kunnen zich tegen een relatief geringe premie verzekeren tegen door de opstal veroorzaakte schade. Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of de verzekeraar zich ook kan beroepen op de regeling van artikel 6:174 BW, waaruit blijkt dat iedere medebezitter naar rato van zijn aandeel aansprakelijk is. Met andere woorden: kan een verzekeraar de schade die hij aan een medebezitter dient uit te keren verminderen met diens aandeel in het gebouw?

De Hoge Raad oordeelde dat het de verzekeraar is toegestaan het aandeel dat een schadelijdende medebezitter heeft in de opstal in mindering te brengen op de door deze medebezitter geleden schade. De interne aansprakelijkheidsregeling van artikel 6:174 BW, op grond waarvan de medebezitters in onderlinge verhouding aansprakelijk zijn voor hun aandeel in het gebouw, geldt dus ook indien een verzekeraar de schade zal vergoeden. Deze verzekeraar mag met een beroep op de interne aansprakelijkheidsregeling tussen de medebezitters, het aandeel van die medebezitter in mindering brengen op de uitkering.

Samenloop verschillende verzekeringen

In deel 1 van dit artikel gaf ik al aan dat van samenloop van verschillende verzekeringen sprake is indien meerdere verzekeraars dekking bieden voor eenzelfde schade. Bij een lekkageschade zoals besproken in de waterschadecasus zou een samenloop kunnen ontstaan van de inboedelen opstalverzekering. Als het gebrekkige gebouw ook schade aan bijvoorbeeld een naastgelegen gebouw zou hebben veroorzaakt, zou eventueel samenloop met de aansprakelijkheidsverzekering kunnen ontstaan.

Welke verzekeraar moet nu worden aangesproken in geval van samenloop? De wet bepaalt dat de verzekerde elk van de betrokken verzekeraars kan aanspreken. Daarbij geldt dat de eerst aangesproken verzekeraar de schade zal moeten vergoeden. Ervan uitgaande dat de schade onder de dekking van de verzekering valt. De verzekeraar is wel bevoegd de verplichting tot uitkering van de schade op te schorten, totdat de verzekerde de andere verzekeringen heeft genoemd. Voor de verzekeraar is het van belang om te weten welke verzekeraars er nog meer in het spel zijn, omdat de verzekeraars elkaar onderling kunnen aanspreken voor verhaal. De verzekerde heeft dus bij het bestaan van meerdere verzekeraars die dekking bieden voor een schade de keuze welke verzekeraar hij aanspreekt. Hij kan er zelfs voor kiezen alle verzekeraars aan te spreken. Daarbij mag de verzekerde natuurlijk nooit meer vergoed krijgen dan de daadwerkelijk geleden schade.

Conclusie

De hoogte van de uit te keren schade door een verzekeraar zal vaak worden bepaald door een deskundige. De berekening van de schade is mede afhankelijk van de wijze waarop de schade is verzekerd. Gebouwen zijn tegen herbouwwaarde verzekerd, in andere gevallen kan er sprake zijn van vervangingswaarde, nieuwwaarde of dagwaarde. Daarnaast zullen bereddeningskosten en expertisekosten door de verzekeraar worden vergoed. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat een verzekeraar het aandeel dat een benadeelde eigenaar in het gebouw heeft, in mindering mag brengen op de uitkering van de schade. En tot slot zal bij samenloop van verschillende verzekeringen de eerst aangesproken verzekeraar die dekking biedt voor de schade, tot uitkering moeten overgaan.

Voor nadere informatie over dit onderwerp: mr. E. van Riet.

Lees ook

Verzekeringsperikelen deel 1

Inleiding Na hevige regenval ondervindt eigenaar X ernstige waterschade in het privé gedeelte van zijn appartement. De regen is via de gevel het privé gedeelte bin...

Lees volledig bericht