In de modelsplitsingsreglementen is bepaald dat iedere op-, aan- of onderbouw verboden is, indien daarvoor geen toestemming door de vergadering van eigenaars is verleend.
Maar wanneer is nou sprake van een op- of aanbouw? Of van een verandering in de gemeenschappelijke gedeelten of zaken? Deze vraag komt aan de orde in een arrest van gerechtshof Den Haag van 31 augustus 2021. Bij een appartement is een balkje aan de buitenmuur geschroefd waaraan een balkonoverkapping is bevestigd. Het gerechtshof oordeelt dat deze overkapping niet is aan te merken als een verandering van het gemeenschappelijk gedeelte en dat evenmin sprake is van een op-, aan- of onderbouw. Deze bepalingen zien –aldus het gerechtshof- namelijk op bouwwerken die een onlosmakelijk onderdeel gaan uitmaken van het appartementsrecht, terwijl het hier gaat om een (afzonderlijke) constructie zonder dat daarmee het appartementsrecht wordt veranderd.
Niet duidelijk is wat het gerechtshof precies bedoelt met ‘onlosmakelijk onderdeel van het appartementsrecht’. Op 30 december 2014 oordeelde (eveneens) gerechtshof Den Haag dat onder opbouw moet worden verstaan een bouwwerk dat ergens bovenop is gebouwd en dat daaraan niet afdoet dat de constructie niet aard- en nagelvast aan het gebouw is verbonden. In dat geval lijkt van een ‘onlosmakelijk onderdeel’ geen sprake te zijn geweest.
Bovendien wordt gesuggereerd dat toestemming enkel is vereist indien het gaat om een constructie waarmee ‘het appartementsrecht wordt veranderd’. Dit lijkt weer haaks te staan op het oordeel van (wederom) gerechtshof Den Haag van 22 augustus 2003. In dit arrest oordeelde het gerechtshof namelijk dat de bepalingen betreffende op-, aan- en onderbouw en het aanbrengen van veranderingen in het gebouw zien op het reguleren van het aanbrengen van allerlei kleine zaken die bewoners in of aan het gebouw of hun privé gedeelte wensen aan te brengen. Geen constructies waarmee ‘het appartementsrecht wordt veranderd’ dus.
Het gerechtshof geeft in haar meest recente arrest aldus een vrij beperkende uitleg aan de bepalingen over verandering van het gemeenschappelijk gedeelte en de op-, aan- en onderbouw. Op basis van dit arrest is niet snel sprake van een op-, aan- en onderbouw, waarmee wordt gesuggereerd dat dergelijke aanpassingen zonder toestemming van de vergadering zouden mogen worden aangebracht. Dat lijkt ook mede op basis van de eerdere arresten van het gerechtshof niet juist en niet wenselijk.
Vragen over dit onderwerp? Neem contact op met mr. Laurine van Gemert.