Als gevolg van betalingsonmacht of betalingsonwil laten leden van VvE’s met enige regelmaat betaling van (voorschot)bijdragen achterwege. Dit leidt dan tot incassoprocedures.
Indien sprake is van betalingsonwil wordt in veel gevallen door het desbetreffende lid aangevoerd, dat de VvE is tekortgeschoten in de verplichtingen ten opzichte van dat lid. Bijvoorbeeld indien – aldus het lid – sprake is van achterstallig onderhoud dan wel indien een verzoek van het lid aan de VvE door de VvE niet is ingewilligd. Het lid schort betaling van de voorschotbijdragen dan op en wil dit gebruiken als “pressiemiddel”.
Zeer recent oordeelde de rechtbank Noord-Holland (7 september 2016) dat indien een lid van mening is dat de VvE een bepaald besluit zou moeten nemen of een bepaalde actie zou moeten verrichten, dat lid een besluit op de vergadering van de VvE moet uitlokken. Voor zover de VvE vervolgens niet het door dat lid gewenste besluit neemt, kan de eigenaar vernietiging van het besluit (ex. art. 5:130 BW) verzoeken dan wel vervangende machtiging (art. 5:121 BW) verzoeken. De VvE kan niet op een andere wijze, dan hiervoor omschreven door een lid worden gedwongen om bepaalde besluiten te nemen of een bepaalde actie te ondernemen. Opschorting van de betaling van de (voorschot)bijdragen kan dan ook niet als “pressiemiddel” worden gebruikt door een lid. Het bewuste lid werd door de rechtbank veroordeeld tot betaling.
Deze recente uitspraak is in lijn met eerdere uitspraken van onder andere het gerechtshof Amsterdam, rechtbank Midden-Nederland en rechtbank Rotterdam.
Heeft u vragen naar aanleiding van het bovenstaande, dan kunt u contact opnemen de incasso-afdeling van Rijssenbeek Advocaten. Wij ondersteunen uw VvE(‘s) graag met het incasseren van (voorschot)bijdragen.