“Ik ben dan ook voornemens de wet op dit punt aan te passen en VvE’s met gebouw gebonden installaties uit te zonderen van de verplichtingen voor een leverancier die volgen uit de Warmtewet.”
Bovenstaand citaat komt uit een brief van 7 juli 2014 van de Minister van Economische Zaken aan de Tweede Kamer. Uit de brief volgt, dat het Ministerie van Economische Zaken de knelpunten rond de Warmtewet heeft geïnventariseerd. De toepasselijkheid van de Warmtewet op VvE’s met een gebouw gebonden installatie (oftewel een gemeenschappelijke verwarmingsinstallatie) betreft één van de knelpunten. Dit knelpunt is in het artikel van Rijssenbeek Advocaten d.d. 4 maart 2014 “De VvE en de Warmtewet: een ongelukkige combinatie” uitgebreid beargumenteerd. De minister is mede naar aanleiding van deze argumenten tot het oordeel gekomen dat de verhouding tussen de VvE als warmteleverancier en appartementseigenaren fundamenteel verschilt van de verhouding tussen overige warmteleveranciers en afnemers.
De minister acht aanpassing van de Warmtewet op zijn plaats en is reeds met de voorbereidingen begonnen. Rijssenbeek Advocaten is ondermeer samen met stichting VvE Belang bij de uitwerking daarvan betrokken.
Het gevolg van de beoogde wetswijziging is dat de grootste groep VvE’s (en misschien alle VvE’s) eenvoudig gezegd niet aan de verplichtingen voor een leverancier uit de Warmtewet zullen hoeven te voldoen. Dat is meer dan goed nieuws.
Heeft u vragen naar aanleiding van het bovenstaande, dan kunt u contact opnemen met ons.
N.B.
Op basis van de definities werd (algemeen) aangenomen dat de VvE leverancier in de zin van de Warmtewet was, als een leverancier van stadsverwarming tot aan het aansluitpunt van het complex levert. De minister heeft deze aanname ontkracht. De leverancier van stadsverwarming is ook in voornoemd geval leverancier in de zin van de Warmtewet. De huidige definities in de Warmtewet zullen kritisch worden bekeken door de minister.