Uit een recent arrest van het hof Arnhem-Leeuwarden volgt dat het nog steeds voorkomt dat door eigenaars volmachten worden verstrekt aan het bestuur van de VvE, terwijl uit artikel 3:60 BW volgt dat volmachten moeten worden afgegeven aan een (rechts)persoon, en deze dus niet kunnen worden afgegeven aan een orgaan van een rechtspersoon, zoals het bestuur van de VvE.
In deze kwestie waren de volmachten afgegeven aan het bestuur van de VvE. Het hof oordeelde vervolgens dat nu deze volmachten niet waren verstrekt aan een (rechts)persoon de bij die volmachten uitgebrachte stemmen niet rechtsgeldig waren en de betreffende stemmen dus buiten beschouwing dienden te blijven.
De verschillende modelsplitsingsreglementen (artikelen 35 MR 1973, 36 MR 1983 en 1992, 49 MR 2006, en 53.1 MR 2017) bieden de mogelijkheid om als eigenaar per volmacht ter vergadering te verschijnen en het stemrecht uit te oefenen. In de modelsplitsingsreglementen van 2006 en 2017 is daarnaast expliciet opgenomen dat geen volmacht kan worden verleend aan de bestuurder van de VvE.
Bij het verlenen van een volmacht komt de formulering van de volmacht dus heel nauw. Indien het op grond van het toepasselijke splitsingsreglement mogelijk is om een volmacht te verlenen aan het bestuur, dan dient de volmacht van de betreffende eigenaar(s) dus te worden verleend aan een specifieke natuurlijke persoon of rechtspersoon.
Mocht de volmacht niet zijn verstrekt aan natuurlijke persoon of rechtspersoon, dan zijn de bij die volmacht uitgebrachte stemmen dus niet rechtsgeldig. Dit heeft echter niet tot gevolg dat het besluit van de vergadering daardoor zonder meer nietig is of niet bestaat. Dat hangt af van de stemuitslag.
Heeft u vragen naar aanleiding van het bovenstaande neemt u dan contact op met ons kantoor.