Recentelijk heeft de rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak. De verdachte werd vervolgd voor brandstichting in de toegangshal van een appartementencomplex waar hij zelf ook woonde. In deze @Rijssenbeek wordt besproken of de VvE in de strafprocedure een schadevergoeding voor de geleden schade kan vorderen.
Uitspraak rechtbank Midden-Nederland
Als gevolg van de brandstichting is de hal gedeeltelijk verbrand en is schade toegebracht aan het appartementengebouw en daarmee ook aan de VvE van dit gebouw. De rechtbank veroordeelt de verdachte en legt hem een (deels voorwaardelijke) gevangenisstraf op.
Schadevergoeding in het strafgeding
Een slachtoffer van een misdrijf kan als benadeelde partij als gevolg van dat misdrijf schade lijden. De benadeelde partij zal normaal gesproken een schadevergoeding moeten vorderen in een gerechtelijke procedure bij de civiele rechter. Dit kan echter een lange en kostbare procedure zijn. In geval van een heftige gebeurtenis als brand(stichting) is dit voor de bewoners extra belastend. Mede om deze redenen kan een slachtoffer van een misdrijf zijn vordering tot schadevergoeding ook indienen in de strafrechtelijke procedure tegen de verdachte. Voor toewijzing van die vordering moet aan drie eisen worden voldaan: 1. de verdachte krijgt een straf of maatregel opgelegd, 2. de schade is een rechtstreeks gevolg van het bewezen verklaarde feit en 3. de behandeling van de vordering mag geen onevenredige belasting van het strafgeding zijn.
In deze zaak heeft de rechtbank de VvE als benadeelde partij van de brandstichting aangemerkt. Als gevolg van die brandstichting heeft de VvE materiële schade geleden. De brandstichter is door de strafrechter veroordeeld die schade aan de VvE te vergoeden.
Voor vragen over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Roy Besselink.