Een eigenaar van een appartement is van rechtswege lid van een Vereniging van Eigenaars. Dit lidmaatschap is niet opzegbaar.
Het verplichte lidmaatschap van een ‘appartementsrechtelijke’ Vereniging van Eigenaars is geregeld in boek 5 van het Burgerlijk Wetboek. Op een recreatiepark komt het vaak voor dat het beheer van gemeenschappelijke wegen en paden door een Vereniging van Eigenaars gebeurt. Dit is dan geen ‘appartementsrechtelijke’ Vereniging van Eigenaars, maar een ‘gewone’ Vereniging van Eigenaars. Het lidmaatschap van de ‘gewone’ Vereniging van Eigenaars wordt geregeld in boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Anders dan bij een ‘appartementsrechtelijke’ Vereniging van Eigenaars is het lidmaatschap van een ‘gewone’ Vereniging van Eigenaars opzegbaar.
In twee verschillende uitspraken is onlangs weer eens bevestigd dat een lid van een ‘gewone’ Vereniging van Eigenaars weliswaar zijn lidmaatschap kan opzeggen, maar dat deze opzegging hem niet ontslaat van zijn verplichtingen tot betaling van de contributie.
In een uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland van 15 augustus 2018 ging het om twee eigenaars die sinds 1973 op een recreatiepark woonde. Het park heeft een ‘gewone’ Vereniging van Eigenaars, die de gemeenschappelijke voorzieningen beheert. Eind 2012 hebben de twee eigenaars hun lidmaatschap opgezegd en betalen zij nog slechts een deel van hun contributie.
De Vereniging van Eigenaars vordert bij de kantonrechter dat de eigenaars zo lang zij eigenaar zijn een gelijk deel van de contributie moeten betalen die de overige leden betalen. De kantonrechter stelde de vereniging in het gelijk en onderbouwde dit als volgt:
De conclusie is dus dat de opzegging van het lidmaatschap van een ‘gewone’ Vereniging van Eigenaars een eigenaar niet ontslaat van zijn betalingsverplichting jegens de vereniging. Daarbij kan een rechter bepalen dat een eigenaar (niet-lid) niet alleen moet betalen voor hetgeen hij gebruikt (bijvoorbeeld basis infrastructuur), maar ook voor kosten die zien op instandhouding van de vereniging (bijvoorbeeld bestuurskosten). In deze uitspraak is ‘redelijkheid en billijkheid’ de grondslag voor de betalingsverplichting van het niet-lid jegens de Vereniging van Eigenaars.
In een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 10 juli 2018 volgt de betalingsverplichting van een eigenaar die zijn lidmaatschap van de ‘gewone’ Vereniging van Eigenaars heeft opgezegd, uit de koop-/aannemingsovereenkomst. In 2004 hadden de eigenaars twee nog te bouwen recreatiewoningen op een vakantiepark gekocht. Het vakantiepark heeft een coöperatieve vereniging, die de gemeenschappelijke ruimten en voorzieningen onderhoudt en beheert. In 2014 hebben de eigenaars hun lidmaatschap van deze ‘gewone’ vereniging opgezegd en vanaf dat moment betalen zij geen contributie meer.
Het Hof oordeelt als volgt:
In een koopovereenkomst kan dus opgenomen zijn dat een koper een maandelijkse bijdrage aan de vereniging moet betalen en dat hij bovendien de bepalingen uit de statuten en het beheersreglement van de vereniging dient na te leven zolang hij eigenaar is van de recreatiewoning. Die betalingsverplichting bestaat niet vanwege lidmaatschap van een vereniging, maar vanwege bepalingen in de koopovereenkomst. Ondanks het feit dat de vereniging zelf geen partij is bij de koopovereenkomst, is het wel mogelijk om daarin ten behoeve van de vereniging verplichtingen op te nemen. Hierdoor zal een eigenaar, zelfs als hij zijn lidmaatschap van een vereniging heeft opgezegd, toch zijn betalingsverplichting jegens de vereniging na moeten komen.
Heeft u vragen naar aanleiding van het bovenstaande, dan kunt u contact opnemen met mr. Esther van Riet of mr. Lara Hesseling.
Dit artikel is gepubliceerd in Appartement & Eigenaar.