De Wet verbetering functioneren verenigingen van eigenaars is op 1 januari 2018 in werking getreden. Deze wet verplicht VvE’s om een minimale jaarlijkse reservering in het reservefonds te doen om zodoende voor groot onderhoud te sparen. De hoogte van deze jaarlijkse reservering is in de wet vastgelegd en bedraagt:
Om VvE’s die op het tijdstip van inwerkingtreding van de wet nog niet jaarlijks reserveren in de gelegenheid te stellen dit alsnog te doen, is een overgangsperiode van drie jaar ingesteld. Deze overgangsperiode eindigt 31 december 2020.
Wordt op dit moment nog niet jaarlijks gereserveerd, dan is het aan te raden om op de aankomende jaarvergadering voor te leggen op welke wijze alsnog aan deze wettelijke verplichting zal worden voldaan. Valt de keuze op jaarlijks reserveren op basis van een MJOP, dan zal dit MJOP ook daadwerkelijk opgesteld moeten worden. Voor beide keuzes geldt dat de begroting hierop zal moeten worden ingericht.
Hoewel de wet geen sanctie oplegt aan VvE’s die niet voldoen aan hun minimale jaarlijkse reservering, dienen eigenaars en bestuurders zich te realiseren dat ze wel intern hierop aangesproken kunnen worden. Voor bestuurders in het bijzonder geldt dat zij tegenover de VvE gehouden zijn tot een behoorlijk vervulling van de aan hen opgedragen taak. Onderdeel van deze taak is dat het bestuur toeziet op nakoming van onder andere de wet en het splitsingsreglement, dus ook de Wet verbetering functioneren vereniging van eigenaars. Om interne aansprakelijkheid te voorkomen doet een bestuur van een VvE, die op dit moment nog niet voldoet aan haar minimale jaarlijkse reservering, er dus verstandig aan om dit in de jaarvergadering aan de orde te stellen.
Voor meer informatie wordt verwezen naar een eerder nieuwsbericht. Mocht u daarna nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met mr. Lara Hesseling.