Zeker in coronatijd bestaan binnen VvE’s veel discussies over de rechtsgeldigheid van vergaderingen en de besluitvorming. Dit onderwerp is onlangs aan bod gekomen in een recente uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland.
In die kwestie werd een appartementsrecht (bungalow) meermaals in strijd met de in de splitsingsakte opgenomen bestemming in gebruik gegeven voor permanente bewoning, terwijl in de splitsingsakte van de VvE uitdrukkelijk was bepaald dat de bungalows uitsluitend zijn bestemd voor niet permanente bewoning. Het bestuur van de VvE heeft de eigenaars van dit appartementsrecht daarom gesommeerd om het appartementsrecht niet meer in strijd met de bestemming in gebruik te geven. Omdat de eigenaars geen gehoor gaven aan deze sommaties, heeft het bestuur een vergadering van eigenaars uitgeschreven teneinde het bestuur te machtigen een gerechtelijke procedure tegen deze eigenaars op te starten
De vergadering stond gepland op 11 april 2020 en in verband met de door de overheid genomen “coronamaatregelen” (waaronder het verbod van de overheid om in vergadering samen te komen) is alleen het bestuur van de VvE toen bijeengekomen. De eigenaars hebben tijdens de vergadering van 11 april door middel van vooraf door de eigenaars ingevulde stembiljetten met 61 stemmen vóór en 4 stemmen tegen ingestemd met dit agendapunt.
In de gerechtelijke procedure stellen de eigenaars dat er geen rechtsgeldige vergadering van eigenaars zou hebben plaatsgevonden en voor het instellen van een rechtsvordering zou dan ook geen vergaderbesluit zijn genomen. Tijdens de vergadering van eigenaars van de VvE was de tijdelijke wet COVID-19 nog niet in werking getreden. De VvE zou om die reden niet-ontvankelijk moeten worden verklaard.
De wijze waarop de vergadering zich heeft uitgesproken, door middel van stembiljetten van de eigenaars, doet naar het oordeel van de rechtbank voldoende recht aan de situatie op 11 april 2020, ondanks dat de tijdelijke wet COVID-19 nog niet van kracht was. Aangezien vooraf aan de vergadering voldoende duidelijk was dat zou worden voorgesteld om het bestuur te machtigen tot het instellen van een rechtsvordering en tevens uit de goedgekeurde notulen van de op 21 september 2019 gehouden vergadering duidelijk blijkt dat de meerderheid van de eigenaars toen al heeft aangegeven dat het bestuur zou moeten optreden tegen permanente bewoning, is de rechtbank van oordeel dat geconcludeerd moet worden dat het bestuur rechtsgeldig gemachtigd is om namens de VvE de gerechtelijke procedure te voeren.
Let wel: nu de tijdelijke wet COVID-19 inmiddels in werking is getreden, dient deze uiteraard in acht te worden genomen.
Voor vragen over dit onderwerp kunt u contact opnemen met mr. Jonathan Scholte