Regelmatig krijgt ons kantoor vragen van VvE’s over kamerverhuur aan bijvoorbeeld studenten. De aanleiding hiervoor is vaak (de vrees voor) overlast. In veel gevallen is het moeilijk om kamerverhuur tegen te gaan, tenzij de akte van splitsing een expliciet verbod op kamerverhuur bevat. Dat sommige eigenaren ondanks dat verbod alsnog de regels proberen te omzeilen, blijkt uit de uitspraak van deRechtbank Amsterdam 21 september 2018.
In dit geval was in de akte van splitsing bepaalt dat het niet is toegestaan het appartement “te exploiteren als pension- of kamerverhuurbedrijf”. Een van de eigenaren ging toch over tot verbouwing van zijn appartement, zodat daar vier (slaap)kamers van min of meer gelijke omvang en gemeenschappelijke voorzieningen ontstonden. Ook was bij de gemeente een vergunning aangevraagd om van het appartement vier onzelfstandige woonruimten te maken.
Om het verbod in de splitsingsakte te omzeilen, werden niet vier of vijf losse huurovereenkomsten gesloten. Er zou één huurovereenkomst worden gesloten met een woongroep van vier of vijf personen. Deze woongroep was volgens de eigenaar in een zekere mate gelijkgestemd en er bestond een zekere band tussen de leden van de zogenaamde woongroep. De vraag die aan de rechter werd voorgelegd, is of de eigenaar met deze contractuele constructie in strijd met de splitsingsakte handelde.
Volgens de rechter is dit wel het geval. De rechter legt eerst uit dat het begrip “kamerverhuurbedrijf” een enigszins verouderd begrip is. Met het verbod op exploitatie van een kamerverhuurbedrijf wordt bedoeld dat een appartement niet kamergewijs mag worden verhuurd.
Het enkele feit dat de eigenaar aan de huurovereenkomst een andere vorm geeft, door niet per kamer te verhuren, maar door met de vier bewoners (de zogenaamde woongroep) één huurovereenkomst aan te gaan, is onvoldoende. Hiermee voorkomt de eigenaar niet dat hij in strijd handelt met het verbod op kamergewijze verhuur. Voor de manier waarop het appartement wordt bewoond en de gevolgen die dat heeft voor de VvE en haar leden, maakt het geen verschil of sprake is één of vier huurovereenkomsten. In beide gevallen wordt het appartement feitelijk kamergewijs in de markt gezet en verhuurd.
Als een verbod op kamergewijze verhuur in de akte van splitsing is opgenomen, is een situatie die feitelijk leidt tot kamergewijze verhuur dus niet toegestaan. Mocht hiervan toch sprake zijn, dan kan de VvE daartegen handhavend optreden.
Dit artikel is gepubliceerd op de website van VvE Centraal.