In onze @Rijssenbeek van 8 juni 2020 hebben wij geschreven over de (on)mogelijkheid van een verzoek tot vervangende machtiging tot het benoemen van een bestuurder of VvE beheerder. Wij bespraken daarin twee soortgelijke uitspraken met een andere uitkomst. De vraag was dan ook of een vervangende machtiging als bedoeld in art. 5:121 BW zich wel leent voor een dergelijk verzoek. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft zich nu over deze vraag gebogen.
Wat was er aan de hand? Een eigenaar heeft de vergadering van eigenaars verzocht de bestuurder te ontslaan wegens wanbeleid. De vergadering ging hier echter niet in mee. De eigenaar is vervolgens een gerechtelijke procedure gestart. Onder andere is een verzoek tot een vervangende machtiging gedaan om een extern bestuurder en externe beheerder te benoemen. In eerste aanleg is beslist dat de kantonrechter niet bevoegd is om aan de eigenaar een machtiging te verlenen om een bestuur te vormen. Het hof oordeelt echter anders.
Het hof overweegt dat hoewel de vergadering het hoogste orgaan binnen de vereniging is, de kantonrechter wel degelijk bevoegd is een machtiging te verstrekken die ziet op (medewerking aan) een besluit tot benoeming of ontslag van een bestuurder. De vervangende machtiging als bedoeld in art. 5:121 BW geldt namelijk als een correctiemechanisme in het geval dat de eigenaars zonder redelijke grond medewerking of toestemming weigeren. De vervangende machtiging wordt in deze kwestie desondanks niet verleend, omdat het gestelde wanbeleid niet is komen vast te staan.
Hoewel er andersluidende uitspraken zijn, zet het hof met deze uitspraak de lijn voort die het mogelijk maakt om met een vervangende machtiging een bestuur(der) of VvE beheerder te benoemen of te ontslaan.
Vragen over dit onderwerp? Neem contact op met mr. Rein Simonse.