Op basis van de huidige wetgeving is het voor zogenaamde kleinverbruikers, bijvoorbeeld particulieren met zonnepanelen, mogelijk om zelf opgewekte elektriciteit in een bepaald jaar volledig weg te strepen tegen de afname in datzelfde jaar; het zogenaamde salderen. In sommige gevallen kunnen ook (kleine) VvE’s worden aangemerkt als kleinverbruikers. Gevolg van het salderen is, dat de afnemer gedeeltelijk geen energiebelasting, Opslag Duurzame Energie en btw hoeft te betalen.
Dit gaat veranderen.
In een eerdere @Rijssenbeek is de vervanging van de salderingsregeling voor een terugleversubsidie besproken.
Het nieuwe wetsvoorstel wijzigt de Elecktriciteitswet 1998 en de Wet belastingen op milieugrondslag zodat de afbouw van de salderingsregeling kan starten vanaf 1 januari 2023. Naast de afbouw van de salderingsregeling moeten kleinverbruikers op grond van het wetsvoorstel vanaf 1 januari 2023 beschikken over een geschikte meter.
De salderingsregeling per 1 januari 2023
In de periode vanaf 1 januari 2023 tot 2031 wordt de salderingsregeling afgebouwd. De afbouw betekent kortgezegd, dat de invoeding (de elektriciteit die wordt teruggeleverd aan de leverancier) van kleinverbruikers niet meer volledig kan worden weggestreept tegen de afname in datzelfde jaar, maar uitsluitend een bepaald percentage daarvan. Doel is dat in het jaar 2031 in het geheel niet meer kan worden gesaldeerd. Het voorlopige afbouwpad is als volgt:
Jaar | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 |
Afbouw percentage |
100% | 89% | 78% | 67% | 56% | 45% | 34% | 23% | 11% | 0% |
Voor de door een kleingebruiker ingevoerde elektriciteit, die niet kan worden gesaldeerd, ontvangt de kleinverbruiker van de leverancier een redelijke vergoeding. Het voornemen van de minister is om nadere regelgeving te stellen over de hoogte of de wijze van berekening van de redelijke vergoeding.
De slimme of digitale meter
Om de afbouw op de salderingsregeling per 1 januari 2023 mogelijk te maken, is het – kort samengevat – noodzakelijk dat alle kleinverbruikers die datum beschikken over een meetinrichting, die de afname en invoeding afzonderlijk kan bemeten.
Tot slot, met de verlenging van de huidige salderingsregeling in samenhang met de afbouw van het salderen vanaf 1 januari 2023 wordt beoogd, voor diegenen die recent of tot 2021 in zonnepanelen investeren, de gemiddelde terugverdientijd van circa 7 jaar voor zonnepanelen te behouden. Uiteraard zal Rijssenbeek Advocaten u blijven informeren over dit onderwerp.
Voor vragen over dit onderwerp kunt u contact opnemen met mr. Rein Simonse.